17 °C Antwerp, BE
maandag 16 september 2024
17 °C Antwerp, BE
maandag 16 september 2024

Eindelijk Strafwetboek aangepast aan de 21e eeuw 

Met aangepaste straffen.

Foto: Photo News

Het Belgisch Strafwetboek dateert van 1867 en is hopeloos verouderd en complex. Na herhaalde pogingen doorheen de afgelopen decennia om dit te hervormen, heeft minister van Justitie Vincent Van Quickenborne nu een voorstel van een nieuw Strafwetboek klaar. Dit werd goedgekeurd door de ministerraad. Dit voorstel zorgt voor een wetenschappelijk onderbouwde, heldere en coherente visie op het Belgisch strafrecht in de 21e eeuw. Het houdt rekening met de hedendaagse maatschappelijke normen en past deze toe op een menselijke, eenvoudige en uniforme manier.

Huidig Strafwetboek gebaseerd op negentiende-eeuwse moraal
Het Belgisch Strafwetboek werd ingevoerd in 1867 en is grotendeels gebaseerd op de Code Napoleon uit 1810. De samenleving is na meer dan 150 jaar echter ingrijpend gewijzigd. Het huidige Strafwetboek hinkt al decennialang achter op de maatschappelijke normen. De visie op straffen van veroordeelden baadt in een sfeer van vergelding en boetedoening. Er wordt quasi uitsluitend gebruik gemaakt van gevangenisstraffen en geldboetes in de strafbepalingen. Nochtans heeft de wetenschap intussen vastgesteld dat bij minder zware inbreuken een gevangenisstraf meer kwaad dan goed doet.
Dat een celstraf als basisstraf niet resulteert in het gewenste effect van rehabilitatie en succesvolle re-integratie in de maatschappij, is mede een verklaring voor het feit dat in ons land 70% van de gedetineerden na vrijlating uiteindelijk opnieuw voor de rechter verschijnt. Door deze verstarring van de bestraffing kan de manier van straffen niet mee evolueren met de huidige criminologische inzichten en maatschappelijke normen.

Heel wat bepalingen, begrippen en strafbaarstellingen weerspiegelen de negentiende-eeuwse moraal en zijn niet meer verenigbaar met wat de burger verwacht van justitie. Zo was het tot voor kort zo dat een dader die bij een inbraak een diefstal en een verkrachting pleegt, strenger bestraft kon worden voor de diefstal dan voor de verkrachting. Dit was een weerspiegeling van de sterke focus op misdrijven tegen het vermogen in die tijd, terwijl er veel minder belang werd gehecht aan de aantasting van de lichamelijke of seksuele integriteit. Ook het principe van de man als meester van het gezin die binnen het eigen huishouden zelf de wet bepaalt, wordt nog steeds in het Strafwetboek weerspiegeld.

Doorheen de anderhalve eeuw sinds de invoering werden ad hoc wijzigingen aan het Strafwetboek aangebracht en bepalingen toegevoegd. De toenemende gedateerdheid van het Strafwetboek zorgde voor een exponentiële toevloed aan nieuwe regels en koterijen van diverse wetswijzigingen. Hierdoor is het Strafwetboek uitgegroeid tot een complex lappendeken dat zich zelfs door experts moeilijk laat ontrafelen, laat staan dat het vlot leesbaar is voor de burger.

Een voorbeeld van die complexiteit is het concept van de correctionalisering. Oorspronkelijk werd voorzien dat alle misdaden dienen beoordeeld te worden door een assisenjury. Hier kon al heel snel van afgeweken worden door een misdaad te herleiden tot een wanbedrijf dat voor de correctionele rechtbank moet berecht worden. Dit hield echter in dat heel wat strafmaten zoals beschreven in het Strafwetboek in de praktijk dienden aangepast te worden volgens een complexe omrekentabel. De straffen beschreven in het Strafwetboek kwamen dus niet meer overeen met de werkelijke straffen. Dit is een grote handicap voor de toegankelijkheid van dit fundamentele document.
De leesbaarheid van het Strafwetboek heeft erg geleden onder deze evoluties. Het taalgebruik in de oorspronkelijke stukken is archaïsch en de toevoegingen in verschillende tijdsgewrichten zorgen voor een fragmentair geheel dat nog nauwelijks te begrijpen is. Dat iedereen geacht wordt om de wet te kennen, is een utopie geworden.

Naar een nieuw Strafwetboek

Doorheen de Belgische geschiedenis zijn meerdere pogingen ondernomen om een algemene herziening van het Strafwetboek te bekomen. Zo werden wetenschappelijke commissies aangesteld in de periodes 1976-1979, 1983-1985, 2000-2003 en in 2015. Hoewel hierbij steeds gedegen werk werd verricht, resulteerden deze initiatieven nooit in een concrete hervorming van het strafrecht.
Bij het begin van deze legislatuur besliste minister van Justitie Vincent Van Quickenborne om de expertengroep die hierrond tijdens de vorige legislatuur reeds had gewerkt, maar de werkzaamheden staakte vanwege inhoudelijke bezwaren, opnieuw aan te stellen. De Commissie tot hervorming van het strafrecht, met een kerngroep bestaande uit professoren Joëlle Rozie, Damien Vandermeersch en Jeroen De Herdt, stuk voor stuk gerespecteerde eminenties op het vlak van strafrecht, werkte in overleg met de minister een ontwerp van nieuw Strafwetboek uit. Daarbij worden zowel Boek I, dat de algemene bepalingen van het strafrecht vastlegt, als boek II, dat de verschillende strafbepalingen behandelt, gemoderniseerd.
Op initiatief van minister Van Quickenborne werd het hoofdstuk aangaande seksueel geweld reeds concreet uitgewerkt en ingepast in het huidige strafwetboek. Dit omdat er een acute maatschappelijke nood was aan een snelle aanpassing van het verouderde seksueel strafrecht aan de hedendaagse normen. Het resulteerde in de wet van 18 maart 2022. Hierbij werd een helder seksueel strafrecht ingevoerd met nieuwe, moderne definities van strafbare feiten, waarbij het begrip toestemming centraal kwam te staan. Daarnaast werden nieuwe strafbare feiten toegevoegd en werden de strafmaten voor onder meer verkrachting verzwaard om de hedendaagse normen correct te reflecteren. Sinds 1 juni is dit nieuwe seksuele strafrecht in voege getreden. Het is een voorafname van de richting die de minister beoogt met de verdere hervorming van het volledige Strafwetboek.
De ontwerpen van Boek I en Boek II van het Strafwetboek werden respectievelijk op 8 juli 2022 en op 28 oktober 2022 in eerste lezing goedgekeurd op de ministerraad. De teksten, in totaal goed voor 1030 pagina’s, worden nu voorgelegd aan onder meer de Raad van State voor verder advies. Op basis hiervan zullen de teksten waar nodig worden aangepast en opnieuw worden besproken binnen de regering. De termijnen hiervoor in acht genomen, wil minister Van Quickenborne volgend jaar het voorstel van het nieuwe Strafwetboek kunnen voorleggen aan het parlement.

Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne: “Het Strafwetboek is een fundament van justitie. Het bepaalt wat we als samenleving als criminele feiten beschouwen en welke straffen we daarvoor vastleggen. Het huidige Strafwetboek dateert van 1867. Het is hopeloos verouderd en enorm complex. Een juridisch lappendeken vol koterijen waar enkel experts nog aan uit geraken. Al 50 jaar wordt er getracht om dit te moderniseren en dat doen we nu eindelijk. Met dit breed gedragen ontwerp zorgen we voor een modern strafwetboek dat zwaardere straffen oplegt aan de zaken waar we als samenleving strenger willen tegen optreden, zoals huiselijk geweld. En we zorgen ook voor effectievere straffen, zodat daders na hun straf geen nieuwe slachtoffers meer maken. Dit alles doen we met een strafwetboek dat helder en eenvoudig is opgesteld zodat iedereen het begrijpt en weet waar men aan toe is.”

Nieuws247.be